Europese welvaartsontwikkeling

Hoe toets je economische theorieën in de praktijk? Dat is lastig. Waarschijnlijk is de beste vorm, om de welvaartsontwikkeling te vergelijken tussen landen die min of meer in een zelfde regio (continent) liggen. Maar economisch en politiek gezien, verschillende keuzes hebben gemaakt. Wat dat betreft is Europa een goed “laboratorium”. En er zijn veel gegevens beschikbaar over de Europese welvaartsontwikkeling, o.a. via de Europese Centrale Bank (ECB).

De onderstaande grafiek is gebaseerd op gegevens van de ECB. Hierin wordt de welvaartsontwikkeling gegeven van een aantal Europese landen. In feite gaat het om een koopkracht vergelijk van burgers in diverse landen, gerefereerd aan het prijsniveau in dat land. Er zijn twee data genomen. Het jaar 2004, ruim voor de krediet crisis. En met een Euro, die langzaam de status van tweede reservemunt aan het verwerven was. En 2015, zeven jaar na de krediet crisis.

Europese welvaartsontwikkeling

Duitsland en Nederland

Binnen de Eurozone worden Duitsland en Nederland vaak als de sterkste landen gezien. Wat deze landen gemeen hebben is dat de totale belastingdruk ongeveer 50% is van het bruto nationaal product (BNP). Beide landen hebben een relatief goede begrotingsdiscipline. De staatsschuld loopt weliswaar nog steeds geleidelijk op, maar is nog beheersbaar. Politiek gesproken, worden deze landen echter gekenmerkt door een royale verzorgingsstaat en steeds meer overheidsvoorzieningen en regelgeving. Om dit te kunnen financieren is de belastingdruk de afgelopen 50 jaar verdubbeld. De principes van de vrije markt krijgen veel minder de ruimte dan men op het eerste gezicht zou denken.

De Europese middenmoot

Een land als Italië verschilt vooral van Nederland en Duitsland, door de manier waarop de hoge staatsuitgaven worden gefinancierd. Dit wordt gedaan via inflatie (voordat deze landen deel uitmaakten van de Eurozone) of via het bijlenen van geld op de financiële markten. Dat dit zeer schadelijk is voor een economie, is goed in de grafiek te zien.

Landen als Spanje en Frankrijk lijken toch veel meer op Italië dan op de noord Europese landen. En Griekenland heeft naast andere problemen, een nog veel slechtere begrotingsdiscipline.

Zwitserland

Er is in Europa echter één land waar de principes van de vrije markt nog steeds in belangrijke mate worden gerespecteerd; Zwitserland. Bovendien wordt er haast altijd met een overheidsbegroting gewerkt die minimaal in evenwicht is. De totale belastingdruk bedraagt ca. 33% van het BNP. Dit is zo omdat er andere politieke keuzes worden gemaakt. Dat dit zijn uitwerking niet mist is zichtbaar in de grafiek. Een vrije markt en een relatief kleine overheid werkt dus, vooral voor de midden klasse en eigenlijk voor iedereen die werkt. En er wordt gewerkt in Zwitserland, omdat het kan. De werkeloosheid ligt al vele decennia tussen 2,5 en 3 procent. En voor mensen die echt niet mee kunnen doen is er een goed vangnet.

Meer weten?

Wil je meer weten over de Europese welvaartsontwikkeling, de economische achtergronden en de politieke keuzes die kunnen worden gemaakt? En waarom dat dan zo verschillend uitwerkt, zoals ook in de grafiek is te zien? Dan is mijn boek Economie, Politiek en de EUrocrisis zeker iets voor jou! Je kunt het hier direct kopen.